Gewas met de hoogste ruw eiwitopbrengst, droogtetolerant, stikstofleverancier en bodemverbeteraar. Genoeg redenen om luzerne in uw ruwvoerproductie op te nemen, maar hoe kun je luzerne nou het beste telen? Lees onderstaande tips om jezelf te verzekeren van een geslaagde luzerneteelt.
Voordat je gaat zaaien is het van belang om het juiste luzerneras te kiezen.
Zaaiperiode: vanaf half maart tot eind augustus. Wanneer je in het voorjaar zaait, kun je in het eerste jaar twee tot drie sneden oogsten.
Zaaihoeveelheid: 25-30 kg per hectare.
Zaaidiepte: 1-2 cm.
Zaaiafstand: 8-12,5 cm, een korte rijafstand voorkomt de opkomst van onkruiden.
Toevoeging van rhizobiumbacteriën: aan onze rassen zijn standaard rhizobiumbacteriën toegevoegd. Op percelen waar al vaak luzerne is geteelt, zijn deze rhizobiumbacteriën meestal al voldoende aanwezig. In dat geval kan luzerne zonder rhizobiumbacteriën worden gezaaid.
Luzerne is niet erg ziektegevoelig. Chemische bestrijding is meestal niet toegestaan of economisch gezien niet haalbaar. De beste manier om luzerne te beschermen tegen ziekten is door te zorgen voor een goede vruchtwisseling en door rassen te kiezen die nematodenresistent zijn.
Door de trage beginontwikkeling van luzerne krijgen onkruiden de kans zich te ontwikkelen. Het aanleggen van een vals zaaibed helpt om de opkomst van onkruiden in het gewas te verminderen. Een andere manier om onkruid te bestrijden is door het te maaien wanneer het boven het gewas uitgroeit. Onkruidzaden zullen na maaien niet opnieuw terugkomen, terwijl de luzerne zich verder kan ontwikkelen. Een vol luzernegewas is de beste manier om onkruiden te onderdrukken. Voorkom dan ook rijschade en kale plekken omdat deze weer een kans bieden voor onkruiden om zich te ontwikkelen.
Luzerne moet worden gemaaid in het vroege knopstadium. Dat wil zeggen wanneer ongeveer 10% van het perceel in bloei staat. Dit geeft de meest optimale opbrengst, met behoud van een hoog eiwitgehalte. Houd hierbij een maaihoogte van 7-10 cm aan, zo voorkom je dat je nieuwe spruiten mee maait. Maai alleen bij droog weer en laat het gewas nog maximaal twee dagen drogen op het veld. Bladverlies moet tijdens het maaien en velddrogen zoveel mogelijk voorkomen worden. Voor een goed inkuilresultaat moet worden gestreefd naar een drogestofpercentage van 35-40%.
Wist je dat eiwit van eigen land, bijvoorbeel door het telen van luzerne, een positieve impact heeft op de voerkosten én het klimaat? Lees het hier.