DLF Kruidenrijk
Kruidenrijk grasland heeft een hogere biodiversiteit doordat het verschillende grassen, vlinderbloemigen en kruiden bevat. De samenstelling van dit mengsel zorgt voor samenwerking tussen de verschillende planten, wat zowel boven als onder de grond de biodiversiteit verhoogt. Daarnaast zorgen vlinderbloemigen en kruiden ook voor een betere smakelijkheid.
Het kruidenmengsel is gemakkelijk te mengen met een weidemengsel, om zo tot een juiste verdeling tussen grassen en kruiden te komen. Het resultaat is een gezond kruidenrijk grasland. Dit mengsel gebruik je voor de percelen die aangelegd worden met als doel de biodiversiteit te verhogen.
Wil je meer weten over kruidenrijk grasland? Kijk dan op deze pagina. Hier vind je alles wat je moet weten over kruidenrijk grasland, zoals de voordelen van kruidenrijk grasland, inzaaien en beheer van kruidenrijk grasland en de keuze voor het juiste mengsel.
Beheer DLF Kruidenrijk:
Zaaiadvies:
- Extensief grasland (bijvoorbeeld akkerranden): 15 kg/ha DLF Kruidenrijk + 30 kg/ha graszaad;
- Productief grasland: 5 kg/ha DLF Kruidenrijk + 30 kg/ha graszaad .
- Combineer kruiden met een productief graszaadmengsel zoals MelkMax Timo of TetraMax Timo voor een sterke voorjaarsopbrengst wanneer de kruiden zich nog moeten ontwikkelen.
Bemestingadvies:
- Vlinderbloemigen zijn verantwoordelijk voor de stikstoflevering in het kruidenrijk grasland. Het aandeel vlinderbloemigen moet stabiel blijven (20-30%). Regelmatig beweiden stimuleert en behoudt klaver in het grasland.
- Een lage stikstofgift in het voorjaar kan wel nuttig zijn om het gras en de kruiden te voeden voordat de vlinderbloemigen beginnen met hun stikstofvastlegging in de zomer.
- Bemest in dat geval met maximaal 60% van de normale stikstofgift voor de 1e en 2e snede.
- Een andere mogelijkheid is om vroeg in het voorjaar drijfmest toe te passen: 25 m³ per hectare in het voorjaar en 15 m³ na de tweede
snede. Daarna geen stikstofbemesting meer.
- Bemest met kali en fosfaat afhankelijk van de beschikbaarheid in de bodem.
Maaiadvies:
- De eerste snede vanaf half juni, nadat de kruiden en grassen tot bloei zijn gekomen;
- De tweede snede tijdens de zomer (augustus);
- De laatste snede vlak voor het einde van de grasgroei (eind september);
- Extensief maaibeheer (maximaal 3x per jaar) om de biodiversiteit zoveel mogelijk te stimuleren;
- Maaihoogte eerste jaar 5 - 6 cm, daarna 6 - 8 cm.
Onkruid:
- Onkruid pleksgewijs bestrijden, volvelds is niet mogelijk.